Vroeger was ik ontzettend verlegen. Ik was van het kaliber: ik verstop mij achter mijn moeder- meisje. Op een gegeven moment ben je daar natuurlijk veel te groot voor. Maar wat had ik mij graag nog heel lang willen verstoppen…
Doordat ik zo hard aan mijn verlegenheid gewerkt heb, hebben mijn kinderen deze fase niet te hoeven ondergaan. Want dat is wat er gebeurt als je aan jezelf werkt. Ik zag laatst nog een mooie quote: Shit uit het verleden, is mest voor de toekomst!
Maar soms, komt er toch weer een moment voorbij, waarbij ik denk: mijn verlegenheid is af en toe toch nog even zichtbaar… via mijn kind en dat geeft niet!
Vorige week stond ik te worstelen met mijn kind. Het ging om een proefles turnen. “Zit ik wel in de goeie groep mama? “
Na afloop reageerde mijn kind met een: ik wil het wel proberen. Als ouder ben ik met zo’n reactie niet helemaal tevreden. Je gaat ervoor of niet.
De groep, die een uurtje later aan de beurt was, zag er lijflijk groter uit. Dus koos mijn kind voor de veilige optie: de groep met de kleine kinderen. Want ja, de grote kinderen waren echt véél beter!
Gevoelsmatig voel ik dat mijn kind het nodig heeft om realistisch te gaan kijken naar de groep met “grote” kinderen. Ik stel voor om even te blijven zitten.
Al kijkend naar de groep, komt er een leuke, te laat komende trainer op haar af, en stelt voor om mee te doen met de groep. Mijn kind geeft aan dit niet te willen. Opeens rent mijn kind naar de kleedkamer.
Ik geef mijn kind aan, dat ik wegga en mijn kind blijft kijken. Dan heeft mijn kind namelijk nooit “ergens” last van. Voor ik het weet staat mijn kind daar met tranen. “Ik ga weg hoor!”, wordt er geroepen. Oke, hoe ga ik dit oplossen. Er was een totale paniek. Ik geef aan dat mijn kind niet mee hoeft te doen en dat we alleen gaan kijken.
Al van kleins af aan, wanneer mijn kind iets heel graag wil en wanneer het dan echt zover is, wil mijn kind het opeens niet meer. Spanning loopt te hoog op. Toch is het met steun altijd gelukt om mijn kind de mooie dingen te laten doen die die diep van binnen, echt wel wilde doen. Na elke proefles, werd er stralend gelachen en worden de lessen, na vele jaren, nog steeds met blijdschap uitgeoefend. Dit was gewoon weer iets nieuws wat erbij zou kunnen komen. Dat betekent dat je weer even door de welbekende spanning heen moet.
Daar stond ik. Ik voelde dat ik helder, en toch liefdevol mijn de kind een keuze moest laten maken. “Of je gaat de spanning overwinnen en weer naar binnen óf je gaat naar huis en dan is het klaar met de spanning maar dan blijft het voor je lijf bij elke nieuwe situatie het altijd net zo spannend vinden. Ik ben er voor je!”.
We gaan weer naar binnen en spreken af dat we 15 minuten gaan kijken. Ik zet de timer aan. Vol vertrouwen gaat mijn kind terug.
Onderweg naar huis, leg ik mijn kind uit dat ik dit zó goed ken! En vertel over mijn ervaringen, over mijn verlegenheid.
Waarna mijn kind een paar dagen later aan tafel zegt, “mama durfde niet eens met haar juf of meester te praten?!”
Wauw, ik ben trots! Ik heb mijn kinderen uitgelegd dat ik als geen ander weet hoe dingen spannend kunnen zijn en mij hier graag voor verstopte of mij niet liet horen als kind.
Als ik mijn kinderen zie, ben ik zó trots op mezelf. Ik heb heel veel spanningen overwonnen en daarmee heb ik mijn kinderen een groot cadeau gegeven: zij durven het lef van het leven eerder aan te gaan dan ik.
Wil jij jouw kind(eren) ook een liefdevol cadeau schenken? Neem contact met mij op en laten we samen kijken welke groei jij wilt aangaan!
Liefs Sophie
Web
Klinkt mij iets teveel als het goed praten van bepaalde mogelijk onwenselijke) gedragingen. Neemt niet weg dat dit bij bepaalde kinderen wel zal werken overigens. Ik ben zeker voorstander van een positieve aanpak en absoluut niet voor lijfstraffen! Maar een driftbui beargumenteren met omdat hij of zij zich rot voelt of omdat er vanmorgen iets is gebeurd mag naar mijn mening geen reden zijn om onwenselijk gedrag (schreeuwen, schelden, driftbuien, stampen, bijten) maar zo te accepteren. Hoe leren ze dan met emoties om te gaan later als er op kantoor ook iets niet gaat zoals gepland of bedacht? De baas zal hem of haar na een driftbuien dan echt niet over de bol aaien en zzoiets zeggen als, aaah, je voelt je rot he?!
Sophie de Rijke
Het was geen driftbui, maar angst. Je kunt het gaan afstraffen of in gesprek gaan. Hoe lastig ik het ook vond, heb ik deze keer voor het laatste gekozen.
Met afstraffen, en daardoor afsluiten van de situatie, maakt dat je kind niet van je kan leren. De situatie is niet bespreekbaar, je vervalt samen telkens in dezelfde situatie terug en komt in vicieuze cirkel terecht. Je kinderen, zijn ware spiegels en ik zie mijn “gebreken” terug in mijn kind. Dat doe ik tot een bepaalde grens. Want ik ben het zeker met je eens, er zijn grenzen!